Het Boek “Drawdown” van Paul Hawken is uniek in zijn soort. Het belooft dat het een veelomvattend plan heeft om de klimaatverandering niet alleen te stoppen, maar zelfs (gedeeltelijk) ongedaan te maken.
Het uitgangspunt bevalt me wel: onze ambities om CO2 emissies naar beneden te krijgen zijn veel te bescheiden. Ik heb trouwens nooit begrepen waarom broeikasgassen blijven uitstoten, alleen in kleinere hoeveelheden, werd beschouwd als deel van de oplossing. Uiteindelijk, als je in de verkeerde richting aan het gaan bent heeft het weinig zin om in dezelfde richting door te gaan, alleen langzamer. Je moet rechtsomkeert maken. Dat wil zeggen: we moeten ambiëren om de atmosferische CO2 concentratie terug omlaag te brengen. Dat kan enkel door negatieve CO2 emissies, dus door het opvangen van CO2 en de de koolstof ergens stabiel op te slaan – bijvoorbeeld in de bodem of in de biosfeer.
Aan het boek is een indrukwekkende hoeveelheid research voorafgegaan. 200 wetenschappers hebben eraan meegewerkt en hebben een 100-tal technologieën in kaart gebracht, om de broeikasgasconcentraties omlaag te brengen. Een 80-tal van deze technologieën zijn gekwantificeerd, er is berekend hoeveel gigaton CO2 uitstoot ermee vermeden kan worden in de periode tussen 2020 en 2050. Een 20-tal technologieën staan nog tezeer in de kinderschoenen om te kunnen worden gekwantificeerd, maar ze worden desondanks reeds voorgesteld, omwille van hun veelbelovend potentieel.
Ik ga geen volledige opsomming geven van de technologieën voorgesteld in het boek. De klassiekers zijn erbij zoals zonneënergie, windenergie, overschakelen op een vegetarisch dieet, en herbebossing. Ook “family planning” wordt genoemd, wat ik zeer positief vind, want lange tijd heeft er een taboe gerust op het idee van geboortebeperking, terwijl nu eindelijk zelfs het IPCC de wereldwijde bevolkingsgroei als probleem erkent. Een greep uit de minder voor de hand liggende oplossingen: een systematische verwerking van de koelvloeistof (HFCs) uit oude koelkasten en aircos, nieuwe landbouwmethodes die meer koolstof in de bodem opslaan, de restoratie van veengronden, “marine permaculture” (een soort herbebossing van de oceanen), en het idee om koeien zeewier bij te voederen waardoor hun methaanuitstoot met maar liefst 99% zou dalen.
De auteurs stellen terecht dat men de mensen hoop moet geven. Schotel de mensen doemberichten voor over het klimaat en het enige resultaat is apathie. Toon de mensen de weg naar een mogelijke oplossing en ze zullen veel meer geneigd zijn om actie te ondernemen.
Kritiek van een klimaatbeleidskepticus
Desondanks moet ik bekennen ... ik ben geen klimaatskepticus, maar ik ben wel een klimaatBELEIDskepticus. Ik ben skeptisch ten aanzien van oplossingen die worden voorgesteld om de klimaatcrisis op te lossen. Ik vind dat er dringend nood is aan meer klimaatbeleidskepticisme: de uitdaging waar we voor staan is enorm, de tijd is kort, en we kunnen ons geen fouten permitteren.
In het verleden zijn er reeds enorme fouten gemaakt betreffende klimaatbeleid. Denk bijvoorbeeld aan biobrandstoffen. Biobrandstoffen zouden het klimaat redden door fossiele brandstoffen te vervangen. Recente wetenschappelijke studies wijzen echter uit dat biobrandstoffen zelfs slechter voor het klimaat zijn dan fossiele brandstoffen (biobrandstoffen veroorzaken massale ontbossing en hongersnood).
Wat meer is: Dit was geen toevallige en eenmalige fout. Ik ben ervan overtuigd dat het een gevolg is van een te reductionistische manier van denken, die ook vandaag de dag nog overheerst. Men houdt te weinig rekening met het grote geheel.
Veel wetenschappers zijn geneigd om te reductionistisch te denken. Dit komt misschien wel door hun werkomgeving. In laboratoriumomstandigheden is het perfect mogelijk om één parameter te variëren in functie van één andere parameter, waarbij alle andere parameters gelijk blijven. De realiteit zit heel anders in elkaar.
Zowel het klimaat als de economie zijn complexe systemen met vele interacties en feedback effecten. Voor het klimaat werden er klimaatmodellen opgesteld – de ingewikkeldste programma’s ter wereld – die al deze interacties modelleren, om te weten te komen wat het gevolg is van een bepaald scenario op het klimaat. Indien men technologieën gaat evalueren zou men hetzelfde moeten doen met de economie: de economie moet gemodelleerd worden inclusief alle interacties en feedbacks om te weten op welke manier de implementatie van een nieuwe technologie de macro-economie – en uiteindelijk de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen – beïnvloedt.
Laat me één feedback effect noemen om mijn punt te verduidelijken: In het boek worden veel technologieën besproken die geen geld kosten, maar zelfs geld opleveren. Een gezin dat zijn woning isoleert zal besparen op verwarmingskosten, dus zowel minder CO2 uitstoten als ook nog eens extra geld overhouden. Een win-win situatie, zou je denken. Maar wat gebeurt er eigenlijk met het geld dat bespaard wordt ? Als de mensen dit geld vervolgens uitgeven aan een extra vliegreis, dan wordt de CO2 emissiereductie in één klap ongedaan gemaakt. Maar ook indien het geld besteed wordt aan andere producten en diensten is er extra CO2 uitstoot, dus een negatieve feedback.
Naar mijn schatting zijn bij ruim de helft van de in het boek voorgestelde technologieën negatieve feedbackeffecten in het spel. Bijvoorbeeld: indien men erin slaagt om vliegtuigen energiezuiniger te maken – en hier is men volop mee bezig – dan worden vliegtickets ook goedkoper, en zullen meer mensen het vliegtuig nemen, volgens de simpele wet van vraag en aanbod. Of: hernieuwbare energie zou zodanig kunnen groeien dat het de economie een enorme boost geeft – waardoor ook de vraag naar fossiele brandstoffen stijgt. Initiatieven om de uitstoot te verminderen kunnen de uitstoot zelfs doen stijgen.
Al deze initiatieven zijn dus goed voor onze portemonnee en voor de economie, maar het is ten zeerste de vraag of ze ook goed zijn voor de planeet.
Het ontbrekend stuk van de puzzel
Het is niet mijn bedoeling om de mensen helemaal tot wanhoop te drijven. Ik ben er eenvoudig van overtuigd dat er in het boek één stuk van de puzzel ontbreekt om met deze technologieën het klimaat te redden, en dat is het klimaatbeleid dat de overheden voeren.
Doorheen het hele boek wordt er een stilzwijgende veronderstelling gemaakt: dat de voorgestelde technologieën de planeet kunnen redden zonder dat we een klimaatbeleid van overheidswege nodig hebben.
Ik snap wel waar deze houding vandaan komt. We zien nu al jaren dat overheden niets doen aan de klimaatopwarming. Of toch niets wezenlijks, want tot nu toe leggen ze de fossiele brandstofsector geen strobreed in de weg. En dus proberen we een klimaatoplossing in elkaar te boksen waarbij overheden in het geheel geen rol meer te spelen hebben. Maar ik denk wel dat deze veronderstelling foutief en gevaarlijk is. De stelling dat het überhaupt mogelijk is om de klimaatopwarming te stoppen zonder klimaatbeleid van overheidswege moet serieus onderzocht worden.
Wat noem ik een goed klimaatbeleid ? Een beleid dat vervuiling met broeikasgassen voldoende bestraft – dus een beleid dat een voldoende hoge prijs zet op de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen.
Macro-economische modellen zouden moeten nagaan wat er gebeurt in aan- of afwezigheid van een goed klimaatbeleid. Maar kwalitatief, uitgaande van economische basisregels kan je alvast stellen: Een prijs op CO2 uitstoot
Financiert de technologieën die in het boek besproken worden
Maakt het overbodig om nog van overheidswege beslissingen te nemen over individuele technologieën. De meest efficiënte technologieën zullen ook economisch het voordeligste zijn.
Vermijdt het negatieve feedbackeffect. Aangezien koolstofintensieve producten duurder worden zullen mensen hun geld eerder uitgeven aan koolstofarme producten en diensten.
Maakt dat technologieën die meer geld kosten dan opbrengen toch economisch interessant worden.
Is de enige mogelijke manier om genoeg geld bij elkaar te krijgen voor een grootschalige commercialisering van deze technologieën, wat nodig is om een significante knik te kunnen maken in de CO2 uitstootkurve.
Zonder zulk een klimaatbeleid kan je enkel verwachten dat bepaalde technologieën zullen worden geïmplementeerd vanwege hun geldbesparend effect, maar daarbij zullen er steeds negatieve feedbacks optreden die de CO2 emissiereducties geheel of gedeeltelijk ongedaan maken.
Conclusie:
“Drawdown” is een erg interessant en inspirerend boek, met een 100-tal technologieën die CO2 uitstoot kunnen vermijden of zelfs CO2 uit de atmosfeer kunnen halen. Door de kwantificering van elke technologie zie je ook duidelijk welke het meest veelbelovend zijn, en welke op korte termijn het grootste effect kunnnen hebben.
Niettemin, de motor van deze technologieën, de driver die ervoor moet zorgen dat deze technologieën op voldoende grote schaal worden toegepast, is een goed klimaatbeleid. Een klimaatbeleid namelijk dat een voldoende hoge prijs zet op de uitstoot van een ton CO2. Op deze manier kunnen ook de negatieve feedbackeffecten worden vermeden.
Daarom, hoewel er 100 oplossingen tot onze beschikking staan, geef ik toch nog de voorkeur aan de 101ste oplossing: vergroot de druk op onze overheden om een behoorlijke prijs te zetten op de CO2 vervuiling.
Comments